top of page
P1040161.JPG
Erik Cambien foto Facebook.jpg

Erik Cambien

Eric Young Scouts 1957.jpg

1957: Young Scouts

Els Pluym foto.jpg

Els Pluym

P1030207.JPG

Erik de cineast

Van jongs af aan wilde ik al filmen en in 1989 ben ik er aan begonnen. Altijd gedacht dat het duur is maar niets is minder waar !

Vermits Els en ik graag reizen kwamen wij in 1995 in Indonesië terecht. Dat beviel ons uitstekend, zijn tradities, cultuur, natuur en de vriendelijke bevolking. Sindsdien gaan we er elk jaar naartoe en filmen er culturele en traditionele onderwerpen, zetten kleine expedities op en bezoeken mensen zoals onder andere de Papoea's. We maken veel vrienden en kennissen, leren Indonesisch en leven in de dorpen bij der mensen. Zo besef je wat een douche en warm water missen is !

Klik op de film "TELOORGANG" in Indonesië

Klik op de historische film "EBU GOGO" van Erik.

Klik op de presentatiefilm van CURLY EVEN.

Curly Even woont bij Erik en Els.

We maken vriendschap met iemand die ons dikwijls gidst en laten hem naar hier komen studeren en diploma halen en werken. En ook leren filmen ! Je kan zijn vlogs volgen op Youtube onder

Bolang Keriting (naam Curly Even). in het Engels, Indonesisch (met ondertitels) of Nederlands.

Graag willen we blijven filmen en fotograferen (door Els) in Indonesië, een ongelooflijk gevarieerd land , duizenden eilanden, vele talen en volkeren met eigen tragodsdiensten maar voorlopig kunnen we niet reizen.

Curly Even onderweg.jpg
Curly Even foto.jpg
Curly Even in kloof.jpg

FOTO'S: Onderweg in Indonesië

P1040481.JPG
P1040247.JPG
P1030128.JPG
P1030665.JPG
P1030495.JPG
P1040256.JPG
Samen met Curly in midden.jpg

DOOR DE GEESTEN OPGENOMEN

EEN VERSLAG VAN ERIK:

"Hoe we altijd beschermd zijn als we in Indonesië vertoeven"

 

Het Zuid-Oost Indonesische eiland Flores is een in het oog springend eilandje. Het biedt een weelderige tropisch natuur maar vooral zijn het de bewoners die erg gebonden zijn aan natuur, leefgewoonten en familie. Het is een katholiek eiland ooit gekerstend door Portugese Jezuïeten en later voortgezet door Nederlandse, Belgische en Duitse priesters. Maar nooit is de animistische inslag van de verschillende volkeren (Manggarai, Lio, Ngadah enz.) met elk hun eigen taal, verdwenen. Nooit is door één van die tien bevolkingsgroepen de voorvaderen met hun geesten vergeten. Elk dorp heeft zijn offerplaatsen midden het dorpsplein staan en heeft daarenboven nog een adat-huis, de plaats waar de geesten van de voorvaderen wonen. Vlakbij staat dan een groter huis, de dorpskerk.

Het is in het adat-huis van het dorp Langa dat Els en ik onder de hoede van de voorvaderen zijn gekomen.

Het dorp is rechthoekig gebouwd. Op het plein staan meerdere offerplaatsen. Die voor vrouwen zijn rechthoekige kleine huisjes op palen. Hier kunnen de vrouwen hun offergaven neerleggen voor de voorvaderen. De offerplaats voor mannen is een stevige paal met een driehoekig strooien afdakje bovenaan. De mannen binden daar de buffels aan vast die moeten geofferd worden via een slachtingsceremonie.

KAIN FLORES.jpg

Het adat-huis staat in het midden op een lange zijde van het dorp. Er is een klein overdekt terras vooraan zoals de meeste huizen hebben. De binnenruimte is zowat 6 op 5 meter. In een hoek vooraan bij het binnenkomen vinden we een kookplaats ongeveer 1 op 1 meter en omgeven door platte stenen. Het belangrijkste is een schap op zowat 1.70 m hoogte tegen de achterste muur. Daar staan de sacrale voorwerpen op. Voorwerpen die de aanwezigheid van de voorvaderen bevestigen. Een klein potje, een flesje en nog wat kleine dingen.

Het adat-huis betreden moet natuurlijk in traditionele klederdracht, zeker als er een ceremonie gaat plaatsvinden. De voorvaderen moeten iedereen kunnen herkennen.

 

Els (niet op de foto) kreeg een kain (kledingdoek), geweven in de plaatselijke stijl, omgeknoopt en om het hoofd een smallere kain gedraaid. Ook nog de sarong. Die moest ik ook aandoen, eveneens in de plaatselijke stijl geweven en ook om het hoofd een smaller kain gebonden.

We hadden heel wat bekijks, vooral verwonderde gezichten met een duidelijke vraag op het gelaat: wat komen die bulé (blanke bezoekers) hier doen ?

Bij het binnenkomen in de kamer zaten er al heel wat mensen, allemaal tegen de houten muren en op de grond zittend. Het waren allemaal familieleden. Onze zitplaats was pal onder het schap waarop de sacrale voorwerpen stonden.

Het werd tijd om met de voorvaderen in contact te komen. Dat was de taak van het dorpshoofd. Hij sprak hen toe en begon ons voor de stellen. Het was een lange toespraak. De geesten schenen zelfs af en toe, bij monde van een familielid te antwoorden. Een dode kip werd in de kamer binnengebracht, opengesneden op een schaal. Het dorpshoofd bekeek

aandachtig de ingewanden, verplaatste soms iets en verklaarde dat alle voortekenen gunstig waren en dat de geesten erin toestemden dat wij aanvaard werden. In tussentijd waren er al heel wat glaasjes arak (de plaatselijke sterke drank) gedronken.

Dan werd er een levend varken, bij de poten vastgebonden, met enige moeite in de enge ruimte geschoven. Het schreeuwde en probeerde zich met alle mogelijke bewegingen te bevrijden en weg te komen !

Even sloeg ons de schrik om het hard, er werd een parang (soort manchete) tevoorschijn gebracht ! Wordt dit varken hier geslacht in die kleine ruimte vol met mensen ?

Ja dat gebeurde….heel secuur. Met één stevige slag werd de parang midden op het hoofd geslagen zodat het werd gespleten. Amper een paar druppels bloed verschenen maar het varken was onmiddellijk dood.

Dan werd het terug buiten gedragen waar het helemaal werd uiteen gedaan. Intussen was het kookvuur aangemaakt. Knetterend brandde en walmde het hout op een met stenen belegde vloer maar well in een huis van Bamboe.. Enkele potten met rijst werden gekookt. Bamboeborden, op broodmandjes gelijkend werden binnengebracht.

En de glazen arak werden gul uitgedeeld. Alhoewel enkele dames een Bintang (Indonesisch bier volgens recept van Heineken) verkozen.

Het varken was gesneden en werd ook in het kookvuur opgewarmd. Iedereen kreeg zijn bord (het geweven bamboemandje) met rijst, varkenstukjes en als drank arak. Ons eetgerief hadden wij bij: onze vingers !

Wel was er op een ogenblik wat consternatie. Door de rook van het brandend vuur kreeg ik vervelende prikkelingen in de neus. Maar mijn zakdoek kon ik zittend op de grond niet uit mijn zak nemen. Dus voorzichtig traag langs de muur wat naar omhoog geschoven…tot plots het hele gezelschap begon te roepen….ik had bijna het schap met de sacrale voorwerpen afgebroken !

Zo zijn we nog altijd beschermd als we in Indonesië zijn door de voorvaderlijke geesten en voelen we ons gerust.

Erik Cambien

ADAT FLORES VOLK.jpg
bottom of page